Naar een adaptief en gedifferentieerd Groene Hart

Bodemdaling, CO2 uitstoot, verzilting en de gevolgen van droogte door klimaatverandering hebben grote consequenties voor het landschap van het Groene Hart op zowel klimatologisch, economisch als maatschappelijk vlak. Wanneer we niets doen verdwijnt het veen door oxidatie, hebben we te maken met een significante uitstoot van CO2, lachgas en methaan en nemen de directe kosten voor funderings- en infrastructuurherstel en waterbeheer toe. Ook komt het westen van Nederland uiteindelijk zo laag te liggen dat, mede door een stijgende zeespiegel en een afname in zoetwater aanvoer, er steeds meer zoutwater via de rivieren of de bodem het Groene Hart binnendringt. We nemen afstand van het beeld van het Groene Hart als een homogeen en door landbouw gedomineerd gebied, waar momenteel de vorm van landgebruik het peilbeheer bepaald. Wat is er mogelijk als we het andersom bekijken? Als we beginnen met per bodemtype te onderzoeken wat het beste peilbeheer is om bodemdaling, de uitstoot van CO2, verzilting en de gevolgen van droogte tegen te gaan en vervolgens te kijken welke vormen van landgebruik hierbij mogelijk zijn. Waterpeilbeheer wordt op deze manier de sturende factor binnen de ruimtelijke ontwikkeling van het Groene Hart. Het resultaat? Een gedifferentieerd, biodivers en CO2-positief landschap van het Groene Hart waarin de optimale combinaties van bodemtype, waterpeil en landgebruik centraal staan.

 

Het Groene Hart heeft weinig introductie nodig. Kennis van landschap en techniek, organisatiekracht en wilskracht hebben de mensheid door de eeuwen heen geholpen natuurlijke processen te stoppen en onder controle te krijgen. De veranderingen die het landschap heeft ondergaan zijn het gevolg van menselijke exploitatie, met als resultaat gronden met een hoge agrarische waarde. Bijproduct hiervan is een uniek verkavelingspatroon van lange en smalle kavels, een palet van sloten en plassen, een open weidelandschap, veel diversiteit op kleine schaal die laten zien dat het landschap handgemaakt is en een infrastructuur van kades, kunstwerken, bruggen en molens, die tekenend zijn voor de complexe waterhuishouding van het landschap. Hiermee is een uniek cultuurlandschap ontstaan dat door zijn historische karakter van waarde is gebleken voor de samenleving. Het Groene Hart is een rijke identiteit, een onuitputtelijke bron voor onze culturele ontplooiing en een economisch en toeristisch ‘unique selling point’.

 

Motivatie voor een transformatie

Door de ontwatering, met name ten behoeve van het landbouwkundig gebruik, oxideert het veen, daalt de bodem en komt CO2 vrij. Dit proces is al eeuwenlang gaande, maar de afgelopen jaren geïntensiveerd. In het licht van het klimaatakkoord van Parijs vormt het verminderen van de uitstoot van CO2 een relevante opgave, aangezien wanneer er niets aan de CO2 uitstoot vanuit de veengebieden wordt gedaan, dit in 2050 een substantieel aandeel vormt van ons ‘CO2 emissiebudget’. Daarnaast veroorzaakt een dalende bodem een stijging van directe kosten door schade aan funderingen, infrastructuur en een toenemend waterbeheer. Door toenemende perioden van droogte en een minder stabiele watervoorziening neemt de watervraag in het Groene Hart toe. Dit heeft een versterkend effect op de mate van bodemdaling, resulteert het in een verlies in gewasopbrengsten en neemt de verzilting toe. In lijn met de historie waarbij cultuur de ontwikkelingen in de natuur volgt, ligt het voor de hand om het polderlandschap aan die ontwikkelingen aan te passen. Anno 2019 is er een groot spanningsveld ontstaan tussen het behouden van het als historisch waardevol ervaren polderlandschap als productielandschap en het geven van een nieuwe betekenis aan dit landschap.

Rijke bodemschakering als uitgangspunt

Het Groene Hart kenmerkt zich door een diversiteit in bodemtypen, die variëren in samenstelling. Er is een duidelijke correlatie te onderkennen tussen de bodemtype en de problematiek van bodemdaling, CO2 uitstoot, verzilting en de droogte als gevolg van klimaatverandering. De rijke bodemschakering vormt het uitgangspunt. Per bodemtype zijn de op maat gesneden maatregelen in waterpeilbeheer, met bijbehorende randvoorwaarden als watervraag, waterkwaliteit en de gevoeligheid voor peilfluctuatie en de consequenties op de indicatoren van bodemdaling, CO2 uitstoot, verzilting en droogte, inzichtelijk gemaakt. De resultaten bieden input voor een afwegingskader waarmee gestuurd kan worden op een reductie van de problematiek met een diversiteit aan bijpassende vormen van landgebruik als resultante.

 

Afhankelijk van politieke doelen en beleidsambities -ten aanzien van CO2, landbouw en natuurontwikkeling- kan met het spectrum van peilmaatregelen per bodemtype bepaald worden hoe de problematiek aangepakt kan worden. Hiervoor zijn drie scenario’s ontwikkeld, die een uiterste resultaat zijn van een bepaalde ambitie. De scenario’s zijn daarmee geen keuze, maar verkenningen om de mogelijkheden van het remmen óf stoppen van bodemdaling of zelfs weer het laten aangroeien van veen inzichtelijk te maken. Elk scenario heeft daarmee zijn eigen palet aan vormen van landgebruik en bijbehorende bedrijfsvoering.

Toenemende watervraag

Voor de bepleite aanpak is aanzienlijk meer water nodig. Hierbij is het cruciaal dat voldoende water van de juiste kwaliteit, op het juiste moment en locatie aanwezig is. Om dit voor elkaar te krijgen is een scala aan maatregelen nodig, van het organiseren van een permanente oostelijke watertoevoer, het bufferen van water in de bodem en op de overgangen van hoog naar laag tot het reduceren van de watervraag in de droogmakerijen.

 

Tiendwegen, molenweteringen, kades, ringdijken, hoge boezems, weteringen, vaarten. Het Groene Hart ligt vol met relicten uit de tijd van de ontginning van het landschap, die op dit moment niet of nauwelijks nog in gebruik zijn. Deze cultuurhistorische landschapselementen kunnen worden gerevitaliseerd en worden ingezet om water naar de juiste plek te transporteren óf water op de juiste plek te bufferen. Zo kunnen kades ingezet worden om water naar diepere delen van de polder te brengen, kunnen tiendwegen ingezet worden als lineaire structuren die water vasthouden voor seizoensberging, kunnen hoge boezems en zandwinplassen worden ingezet als seizoens- en piekberging en zijn nieuwe structuren bedacht waarmee de bestaande woningen en infrastructuur beschermd worden voor een verdere schade door bodemdaling. Door cultuurhistorische landschapselementen als handvatten te zien en op basis hiervan landschapsvormende bouwstenen als waterhuishoudkundig instrumentaria te ontwikkelen behoud het Groene Hart haar unieke historische karakter en zijn actualiteit voor de toekomst.

Nieuwe bedrijffmodellen met potentie

Het landgebruik is een resultante uit het samenspel van de bodem als conditie en het waterpeilbeheer als instrument. Hiermee is per bodemtype een gedifferentieerd palet aan vormen van landgebruik ontstaan. De aanpak van de problematiek resulteert in het algemeen tot een actieve vernatting van het landschap die leidt tot andere en meer gedifferentieerde bedrijfsmodellen in de landbouw. Van het faciliteren van het huidige of meer extensieve landgebruik tot de invoering van andere teelten en de omslag naar een circulaire melkveehouderij, ‘groenblauwe bedrijven’ voor de levering van ‘maatschappelijke diensten’ en aquatische akkerbouwbedrijven. Uit onderzoek blijkt dat deze nieuwe bedrijfsmodellen een economische potentie hebben.

Ontwerpend onderzoek

2018 - 2019

Locatie

Het Groene Hart - Nederland

Team

FABRICations.

Initiatief

Stuurgroep Groene Hart

Opdrachtgever

Provinciaal Adviseur Ruimtelijke Kwaliteit Provincie Zuid-Holland, Provincie Utrecht en Provincie Noord-Holland

Experts en Stakeholders

Deltares, Veenweide Innovatiecentrum, Wageningen Economic Research, Waternet, Waterschap Rijnland, Provincie Utrecht, Provincie Zuid-Holland, Provincie Noord-Holland en Programmabureau Groene Hart

Category
Landschap, Onderzoek
Tags
landschap